Lukas 7:50 | Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede. |
Lukas 8:2 | En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, [namelijk] Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren; |
Lukas 8:3 | En Johanna, de huisvrouw van Chusas, den rentmeester van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die Hem dienden van haar goederen. |
Lukas 8:43 | En een vrouw, die twaalf jaren lang den vloed des bloeds gehad had, welke al haar leeftocht aan medicijnmeesters ten koste gelegd had; en van niemand had kunnen genezen worden, |
Lukas 8:47 | De vrouw nu, ziende, dat zij niet verborgen was, kwam bevende, en voor Hem nedervallende, verklaarde Hem voor al het volk, om wat oorzaak zij Hem aangeraakt had, en hoe zij terstond genezen was. |
Lukas 10:38 | En het geschiedde, als zij reisden, dat Hij kwam in een vlek; en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis. |
Lukas 11:27 | En het geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een zekere vrouw, de stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is de buik, die U gedragen heeft, en de borsten, die Gij hebt gezogen. |
Lukas 13:11 | En ziet, er was een vrouw, die een geest der krankheid achttien jaren lang gehad had, en zij was samengebogen, en kon zich ganselijk niet oprichten. |
Lukas 13:12 | En Jezus, haar ziende, riep haar tot Zich, en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw krankheid. |
Lukas 13:21 | Het is gelijk aan een zuurdesem, welken een vrouw nam, en verborg in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was. |
Lukas 14:20 | En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. |
Lukas 14:26 | Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. |
Lukas 15:8 | Of wat vrouw, hebbende tien penningen, indien zij een penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het huis [met bezemen], en zoekt naarstiglijk, totdat zij [dien] vindt? |
Lukas 16:18 | Een iegelijk, die zijn vrouw verlaat, en een andere trouwt, die doet overspel; en een iegelijk, die de verlatene van den man trouwt, die doet [ook] overspel. |
Lukas 17:32 | Gedenkt aan de vrouw van Lot. |
Lukas 18:29 | En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er niemand is, die verlaten heeft huis, of ouders, of broeders, of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk Gods; |
Lukas 20:28 | Zeggende: Meester! Mozes heeft ons geschreven: Zo iemands broeder sterft, die een vrouw heeft, en hij sterft zonder kinderen, dat zijn broeder de vrouw nemen zal, en zijn broeder zaad verwekken. |
Lukas 20:29 | Er waren nu zeven broeders; en de eerste nam een vrouw, en hij stierf zonder kinderen. |
Lukas 20:30 | En de tweede nam die vrouw, en [ook] deze stierf zonder kinderen. |
Lukas 20:32 | En ten laatste na allen stierf ook de vrouw. |