G1208 δεύτερος
tweede

Bijbelteksten

Mattheus 21:30En gaande tot den tweeden, zeide desgelijks, en deze antwoordde en zeide: Ik [ga], heer! en hij ging niet.
Mattheus 22:26Desgelijks ook de tweede, en de derde, tot de zevende toe.
Mattheus 22:39En het tweede aan dit gelijk, [is]: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.
Mattheus 26:42Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij, zeggende: Mijn Vader! Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede!
Markus 12:21De tweede nam haar ook, en is gestorven, en ook deze liet geen zaad na; en de derde desgelijks.
Markus 12:31En het tweede [aan dit] gelijk, [is] dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze.
Markus 14:72En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij, [zich] van daar makende, weende.
Lukas 12:38En zo hij komt in de tweede [nacht]wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten.
Lukas 19:18En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen.
Lukas 20:30En de tweede nam die vrouw, en [ook] deze stierf zonder kinderen.
Johannes 3:4Nicodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, [nu] oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan, en geboren worden?
Johannes 4:54Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan, als Hij uit Judea in Galilea gekomen was.
Johannes 9:24Zij dan riepen voor de tweede maal den mens, die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef God de eer; wij weten, dat deze Mens een zondaar is.
Johannes 21:16Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.
Handelingen 7:13En in de tweede [reize] werd Jozef zijn broederen bekend; en het geslacht van Jozef werd aan Farao openbaar.
Handelingen 10:15En een stem [geschiedde] wederom ten tweeden male tot hem: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken.
Handelingen 11:9Doch de stem antwoordde mij ten tweeden male uit den hemel: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken.
Handelingen 12:10En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem.
Handelingen 13:33Gelijk ook in den tweeden psalm geschreven staat: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
1 Corinthiers 12:28En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen