Mattheus 21:30 | En gaande tot den tweeden, zeide desgelijks, en deze antwoordde en zeide: Ik [ga], heer! en hij ging niet. |
Mattheus 22:26 | Desgelijks ook de tweede, en de derde, tot de zevende toe. |
Mattheus 22:39 | En het tweede aan dit gelijk, [is]: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. |
Mattheus 26:42 | Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij, zeggende: Mijn Vader! Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede! |
Markus 12:21 | De tweede nam haar ook, en is gestorven, en ook deze liet geen zaad na; en de derde desgelijks. |
Markus 12:31 | En het tweede [aan dit] gelijk, [is] dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze. |
Markus 14:72 | En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij, [zich] van daar makende, weende. |
Lukas 12:38 | En zo hij komt in de tweede [nacht]wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten. |
Lukas 19:18 | En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen. |
Lukas 20:30 | En de tweede nam die vrouw, en [ook] deze stierf zonder kinderen. |
Johannes 3:4 | Nicodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, [nu] oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan, en geboren worden? |
Johannes 4:54 | Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan, als Hij uit Judea in Galilea gekomen was. |
Johannes 9:24 | Zij dan riepen voor de tweede maal den mens, die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef God de eer; wij weten, dat deze Mens een zondaar is. |
Johannes 21:16 | Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen. |
Handelingen 7:13 | En in de tweede [reize] werd Jozef zijn broederen bekend; en het geslacht van Jozef werd aan Farao openbaar. |
Handelingen 10:15 | En een stem [geschiedde] wederom ten tweeden male tot hem: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. |
Handelingen 11:9 | Doch de stem antwoordde mij ten tweeden male uit den hemel: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. |
Handelingen 12:10 | En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem. |
Handelingen 13:33 | Gelijk ook in den tweeden psalm geschreven staat: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. |
1 Corinthiers 12:28 | En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen. |