Colossenzen 3:17 | En al wat gij doet met woorden of met werken, [doet] het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem. |
Colossenzen 4:3 | Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des woords opene, om te spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben; |
1 Thessalonicensen 1:5 | Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest, en in vele verzekerdheid; gelijk gij weet, hoedanigen wij onder u geweest zijn om uwentwil. |
1 Thessalonicensen 2:13 | Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet [als] der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) [als] Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft. |
1 Thessalonicensen 3:5 | Daarom ook [deze begeerte] niet langer kunnende verdragen, heb ik [hem] gezonden, om uw geloof te verstaan; of niet misschien de verzoeker u zou verzocht hebben, en onze arbeid ijdel zou wezen. |
1 Thessalonicensen 3:7 | Zo zijn wij daarom, broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof; |
1 Thessalonicensen 3:9 | Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven voor u, vanwege al de blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor onzen God? |
1 Thessalonicensen 4:2 | Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den Heere Jezus. |
1 Thessalonicensen 4:14 | Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, [weder]brengen met Hem. |
1 Thessalonicensen 5:9 | Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus; |
1 Thessalonicensen 5:13 | En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander. |
2 Thessalonicensen 2:2 | Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons [geschreven], alsof de dag van Christus aanstaande ware. |
2 Thessalonicensen 2:11 | En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; |
2 Thessalonicensen 2:14 | Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus. |
2 Thessalonicensen 2:15 | Zo dan, broeders, staat [vast] en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door [ons] woord, hetzij door onzen zendbrief. |
2 Thessalonicensen 3:12 | Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten. |
2 Thessalonicensen 3:14 | Maar indien iemand ons woord, door deze brief [geschreven], niet gehoorzaam is, tekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde; |
2 Thessalonicensen 3:16 | De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen. |
1 Timotheus 1:16 | Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al [Zijn] lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. |
1 Timotheus 2:10 | Maar (hetwelk de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden) door goede werken. |