G1304 διατρίβω
wrijven, slijten, verteren, tijd passeren, doorbrengen
Johannes 3:22 | Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar met hen, en doopte. |
Johannes 11:54 | Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen. |
Handelingen 12:19 | En als Herodes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk ondervraagd had, gebood hij, dat zij weggeleid zouden worden. En hij vertrok van Judea naar Cesarea, en hield zich [aldaar]. |
Handelingen 14:3 | Zij verkeerden dan [aldaar] een langen tijd, vrijmoediglijk sprekende in den Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord Zijner genade, en gaf, dat tekenen en wonderen geschiedden door hun handen. |
Handelingen 14:28 | En zij verkeerden aldaar geen kleinen tijd met de discipelen. |
Handelingen 15:35 | En Paulus en Barnabas onthielden zich te Antiochie, lerende en verkondigende met nog vele anderen, het Woord des Heeren. |
Handelingen 16:12 | En van daar naar Filippi, welke is de eerste stad van dit deel van Macedonie, een kolonie. En wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen. |
Handelingen 20:6 | Wij nu scheepten af van Filippi na de dagen der ongehevelde [broden], en kwamen in vijf dagen bij hen te Troas, alwaar wij ons zeven dagen onthielden. |
Handelingen 25:6 | En als hij onder hen niet meer dan tien dagen doorgebracht had, kwam hij af naar Cesarea; en des anderen daags, op den rechterstoel gezeten zijnde, beval hij, dat Paulus zou [voor]gebracht worden. |
Handelingen 25:14 | En toen zij aldaar vele dagen doorgebracht hadden, heeft Festus de zaken van Paulus aan den koning verhaald, zeggende: [Hier] is een zeker man van Felix gevangen gelaten; |