Handelingen 5:28 | Hebben wij u niet ernstiglijk aangezegd, dat gij in dezen Naam niet zoudt leren? En ziet, gij hebt met deze uw leer Jeruzalem vervuld, en gij wilt het bloed van dezen Mens over ons brengen. |
Handelingen 5:42 | En zij hielden niet op, allen dag, in den tempel en bij de huizen, te leren, en Jezus Christus te verkondigen. |
Handelingen 11:26 | En het is geschied, dat zij een geheel jaar [samen]vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochie Christenen genaamd werden. |
Handelingen 15:1 | En sommigen, die afgekomen waren van Judea, leerden de broederen, [zeggende]: Indien gij niet besneden wordt naar de wijze van Mozes, zo kunt gij niet zalig worden. |
Handelingen 15:35 | En Paulus en Barnabas onthielden zich te Antiochie, lerende en verkondigende met nog vele anderen, het Woord des Heeren. |
Handelingen 18:11 | En hij onthield zich [aldaar] een jaar en zes maanden, lerende onder hen het Woord Gods. |
Handelingen 18:25 | Deze was in den weg des Heeren onderwezen; en vurig zijnde van geest, sprak hij en leerde naarstiglijk de zaken des Heeren, wetende alleenlijk den doop van Johannes. |
Handelingen 20:20 | Hoe ik niets achtergehouden heb van hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen; |
Handelingen 21:21 | En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al de Joden, die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen, zeggende: dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar de wijze [der wet] wandelen. |
Handelingen 21:28 | Roepende: Gij Israelietische mannen, komt te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk, en de wet, en deze plaats allen [man] overal leert; en bovendien heeft hij ook Grieken in den tempel gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. |
Handelingen 28:31 | Predikende het Koninkrijk Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd. |
Romeinen 2:21 | Die dan een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt gij? |
Romeinen 12:7 | [Zo laat ons die gaven besteden], hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren; |
1 Corinthiers 4:17 | Daarom heb ik Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve en getrouwe zoon is in den Heere, welke u zal indachtig maken mijn wegen, die in Christus zijn, gelijkerwijs ik alom in alle Gemeenten leer. |
1 Corinthiers 11:14 | Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is? |
Galaten 1:12 | Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus. |
Efeziers 4:21 | Indien gij naar Hem gehoord hebt, en door Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is; |
Colossenzen 1:28 | Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus; |
Colossenzen 2:7 | Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig zijnde in hetzelve, met dankzegging. |
Colossenzen 3:16 | Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart. |