G1377 διώκω
verdrijven

Bijbelteksten

Romeinen 9:31Maar Israel, die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen.
Romeinen 12:13Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid.
Romeinen 12:14Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt niet.
Romeinen 14:19Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander [dient].
1 Corinthiers 4:12En arbeiden, werkende met onze eigen handen; wij worden gescholden, en wij zegenen; wij worden vervolgd, en wij verdragen;
1 Corinthiers 14:1Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke [gaven], maar meest, dat gij moogt profeteren.
1 Corinthiers 15:9Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb.
2 Corinthiers 4:9Vervolgd, doch niet [daarin] verlaten; nedergeworpen, doch niet verdorven;
Galaten 1:13Want gij hebt mijn omgang gehoord, die eertijds in het Jodendom was, dat ik uitnemend zeer de Gemeente Gods vervolgde, en dezelve verwoestte;
Galaten 1:23Maar zij hadden alleenlijk gehoord, [dat men zeide]: Degene, die ons eertijds vervolgde, verkondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte.
Galaten 4:29Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren was, vervolgde dengene, die naar den Geest [geboren was], alzo ook nu.
Galaten 5:11Maar ik, broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd.
Galaten 6:12Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden.
Filippenzen 3:6Naar den ijver een vervolger der Gemeente; naar de rechtvaardigheid, die in de wet is, zijnde onberispelijk.
Filippenzen 3:12Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben.
Filippenzen 3:14Maar een ding [doe ik], vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.
1 Thessalonicensen 5:15Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen.
1 Timotheus 6:11Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid.
2 Timotheus 2:22Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.
2 Timotheus 3:12En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken