G1487 εἰ
indien, of

Bijbelteksten

1 Corinthiers 12:19Waren zij alle [maar] een lid, waar [zou] het lichaam [zijn]?
1 Corinthiers 14:5En ik wil [wel], dat gij allen in [vreemde] talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die [vreemde] talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen.
1 Corinthiers 14:10Er zijn, naar het voorvalt, zo vele soorten van stemmen in de wereld, en geen derzelve is zonder stem.
1 Corinthiers 14:35En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken.
1 Corinthiers 14:37Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.
1 Corinthiers 14:38Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend.
1 Corinthiers 15:2Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt.
1 Corinthiers 15:12Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?
1 Corinthiers 15:13En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt.
1 Corinthiers 15:14En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof.
1 Corinthiers 15:16Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt.
1 Corinthiers 15:17En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden.
1 Corinthiers 15:19Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.
1 Corinthiers 15:29Anders, wat zullen zij doen, die voor de doden gedoopt worden, indien de doden ganselijk niet opgewekt worden? Waarom worden zij voor de doden ook gedoopt?
1 Corinthiers 15:32Zo ik, naar den mens, tegen de beesten gevochten heb te Efeze, wat nuttigheid is het mij, indien de doden niet opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.
1 Corinthiers 15:37En hetgeen gij zaait, [daarvan] zaait gij het lichaam niet, dat worden zal, maar een bloot graan, naar het voorvalt, van tarwe, of van enig der andere [granen].
1 Corinthiers 16:22Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha!
2 Corinthiers 2:2Want indien ik ulieden bedroef, wie is het toch, die mij zal vrolijk maken, dan degene, die van mij bedroefd is geworden?
2 Corinthiers 2:5Doch indien iemand bedroefd heeft, die heeft niet mij bedroefd, maar ten dele (opdat ik [hem] niet bezware) ulieden allen.
2 Corinthiers 2:9Want daartoe heb ik ook geschreven, opdat ik uw beproeving mocht verstaan, of gij in alles gehoorzaam zijt.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken