G1653 ἐλεέω
medelijden hebben met

Bijbelteksten

Mattheus 5:7Zalig [zijn] de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.
Mattheus 9:27En als Jezus van daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: [Gij] Zone Davids, ontferm U onzer!
Mattheus 15:22En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem, zeggende: Heere! [Gij] Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is deerlijk van den duivel bezeten.
Mattheus 17:15Heere! ontferm U over mijn zoon; want hij is maanziek, en is in zwaar lijden; want menigmaal valt hij in het vuur, en menigmaal in het water.
Mattheus 18:33Behoordet gij ook niet u over uw mededienstknecht te ontfermen, gelijk ik ook mij over u ontfermd heb?
Mattheus 20:30En ziet, twee blinden, zittende aan den weg, als zij hoorden, dat Jezus voorbijging, riepen, zeggende: Heere, Gij Zone Davids! ontferm U onzer.
Mattheus 20:31En de schare bestrafte hen, opdat zij zwijgen zouden; maar zij riepen te meer, zeggende: Ontferm U onzer, Heere, Gij Zone Davids!
Markus 5:19Doch Jezus liet hem [dat] niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en [hoe] Hij Zich uwer ontfermd heeft.
Markus 10:47En horende, dat het Jezus de Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij Zone Davids! ontferm U mijner.
Markus 10:48En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel temeer: Gij Zone Davids! ontferm U mijner.
Lukas 16:24En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in deze vlam.
Lukas 17:13En zij verhieven [hun stem], zeggende: Jezus, Meester! ontferm U onzer!
Lukas 18:38En hij riep, zeggende: Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner!
Lukas 18:39En die voorbijgingen, bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: Zone Davids, ontferm U mijner!
Romeinen 9:15Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben.
Romeinen 9:16Zo [is het] dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods.
Romeinen 9:18Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil.
Romeinen 11:30Want gelijkerwijs ook gijlieden eertijds Gode ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid verkregen hebt door dezer ongehoorzaamheid;
Romeinen 11:31Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen.
Romeinen 11:32Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin