G1672 Ἕλλην
Griek

Bijbelteksten

1 Corinthiers 1:24Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, [prediken wij] Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods.
1 Corinthiers 10:32Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods.
1 Corinthiers 12:13Want ook wij allen zijn door een Geest tot een lichaam gedoopt; hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot een Geest gedrenkt.
Galaten 2:3Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden.
Galaten 3:28Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus.
Colossenzen 3:11Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar [en] Scyth, dienstknecht [en] vrije, maar Christus is alles en in allen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech