Galaten 5:13 | Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde. |
Galaten 6:16 | En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve [zal zijn] vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods. |
Efeziers 1:10 | Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is; |
Efeziers 1:16 | Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden; |
Efeziers 2:7 | Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. |
Efeziers 2:10 | Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. |
Efeziers 2:20 | Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; |
Efeziers 3:15 | Uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, |
Efeziers 4:6 | Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen. |
Efeziers 4:26 | Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid; |
Efeziers 5:6 | Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. |
Efeziers 6:3 | Opdat het u welga, en [dat] gij lang leeft op de aarde. |
Efeziers 6:16 | Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. |
Filippenzen 1:3 | Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk. |
Filippenzen 1:5 | Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe; |
Filippenzen 2:17 | Ja, indien ik ook tot een drankoffer geofferd worde over de offerande en bediening uws geloofs, zo verblijde ik mij, en verblijde mij met u allen. |
Filippenzen 2:27 | En hij is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. |
Filippenzen 3:9 | En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof; |
Filippenzen 3:12 | Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. |
Filippenzen 3:14 | Maar een ding [doe ik], vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. |