1 Corinthiers 9:6 | Of hebben alleen ik en Barnabas geen macht van niet te werken? |
1 Corinthiers 9:13 | Weet gij niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, van het heilige eten? [En] die steeds bij het altaar zijn, met het altaar delen? |
1 Corinthiers 16:10 | Zo nu Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze bij u zij; want hij werkt het werk des Heeren, gelijk als ik. |
Galaten 6:10 | Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs. |
Efeziers 4:28 | Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft. |
Colossenzen 3:23 | En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen, |
1 Thessalonicensen 2:9 | Want gij gedenkt, broeders, onzen arbeid en moeite; want nacht en dag werkende, opdat wij niemand onder u zouden lastig zijn, hebben wij het Evangelie van God onder u gepredikt. |
1 Thessalonicensen 4:11 | En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben; |
2 Thessalonicensen 3:8 | En wij hebben geen brood bij iemand gegeten voor niet, maar in arbeid en moeite, nacht en dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn; |
2 Thessalonicensen 3:10 | Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete. |
2 Thessalonicensen 3:11 | Want wij horen, dat sommigen onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele dingen doende. |
2 Thessalonicensen 3:12 | Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten. |
Hebreeen 11:33 | Welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt, |
Jakobus 2:9 | Maar indien gij den persoon aanneemt, zo doet gij zonde, en wordt van de wet bestraft als overtreders. |
2 Johannes 1:8 | Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. |
3 Johannes 1:5 | Geliefde, gij doet trouwelijk, in al hetgeen gij doet aan de broederen en aan de vreemdelingen, |
Openbaring 18:17 | En alle stuurlieden, en al het volk op de schepen, en bootsgezellen, en allen, die ter zee handelen, stonden van verre; |