Johannes 8:39 | Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen. |
Johannes 8:41 | Gij doet de werken uws vaders. Zij zeiden dan tot Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben een Vader, [namelijk] God. |
Johannes 9:3 | Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar [dit is geschied], opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden. |
Johannes 9:4 | Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan. |
Johannes 10:25 | Jezus antwoordde hun: Ik heb het u gezegd, en gij gelooft het niet. De werken, die Ik doe in den Naam Mijns Vaders, die getuigen van Mij. |
Johannes 10:32 | Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele treffelijke werken getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt gij Mij? |
Johannes 10:33 | De Joden antwoordden Hem, zeggende: Wij stenigen U niet over [enig] goed werk, maar over [gods]lastering, en omdat Gij, een Mens zijnde, Uzelven God maakt. |
Johannes 10:37 | Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet; |
Johannes 10:38 | Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem. |
Johannes 14:10 | Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader [ben], en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. |
Johannes 14:11 | Gelooft Mij, dat Ik in den Vader [ben] en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. |
Johannes 14:12 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader. |
Johannes 15:24 | Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. |
Johannes 17:4 | Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; |
Handelingen 5:38 | En nu zeg ik ulieden: Houdt af van deze mensen, en laat hen [gaan]; want indien deze raad, of dit werk uit mensen is, zo zal het gebroken worden. |
Handelingen 7:22 | En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken. |
Handelingen 7:41 | En zij maakten een kalf in die dagen, en brachten offerande tot den afgod, en verheugden zich in de werken hunner handen. |
Handelingen 9:36 | En te Joppe was een zekere discipelin, met name Tabitha, hetwelk overgezet zijnde, is gezegd Dorkas. Deze was vol van goede werken en aalmoezen, die zij deed. |
Handelingen 13:2 | En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. |
Handelingen 13:41 | Ziet, gij verachters, en verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, hetwelk gij niet zult geloven, zo het u iemand verhaalt. |