G2089 ἔτι
voortaan

Bijbelteksten

Handelingen 18:18En als Paulus er nog vele dagen gebleven was, nam hij afscheid van de broederen, en scheepte van daar naar Syrie; en Priscilla en Aquila met hem, [zijn] hoofd te Kenchreen geschoren hebbende; want hij had een gelofte [gedaan].
Handelingen 21:28Roepende: Gij Israelietische mannen, komt te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk, en de wet, en deze plaats allen [man] overal leert; en bovendien heeft hij ook Grieken in den tempel gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd.
Romeinen 3:7Want indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid, wat word ik ook nog als een zondaar geoordeeld?
Romeinen 5:6Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven.
Romeinen 5:8Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
Romeinen 6:2Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?
Romeinen 9:19Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij [dan] nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan?
1 Corinthiers 3:2Ik heb u met melk gevoed, en niet met [vaste] spijs; want gij vermocht [toen] nog niet; ja, gij vermoogt ook nu nog niet.
1 Corinthiers 3:3Want gij zijt nog vleselijk; want dewijl onder u nijd is, en twist, en tweedracht, zijt gij niet vleselijk, en wandelt [gij niet] naar den mens?
1 Corinthiers 12:31Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is.
1 Corinthiers 15:17En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden.
2 Corinthiers 1:10Die ons uit zo groten dood verlost heeft, en [nog] verlost; op Welken wij hopen, dat Hij [ons] ook nog verlossen zal.
Galaten 1:10Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus.
Galaten 5:11Maar ik, broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd.
Filippenzen 1:9En dit bid ik [God], dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen;
2 Thessalonicensen 2:5Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?
Hebreeen 7:10Want hij was nog in de lenden des vaders, als hem Melchizedek tegemoet ging.
Hebreeen 7:11Indien dan nu de volkomenheid door het Levietische priesterschap ware (want onder hetzelve heeft het volk de wet ontvangen), wat nood was het nog, dat een ander priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron?
Hebreeen 7:15En [dit] is nog veel meer openbaar, zo er naar de gelijkenis van Melchizedek een ander priester opstaat:
Hebreeen 8:12Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel