Markus 6:31 | En Hij zeide tot hen: Komt gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een weinig; want er waren velen, die kwamen en die gingen, en zij hadden zelfs geen gelegen tijd om te eten. |
Handelingen 17:21 | (Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die zich daar onthielden, besteedden [hun] tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen.) |
1 Corinthiers 16:12 | En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was ganselijk [zijn] wil niet, dat hij nu zou komen; doch hij zal komen, wanneer het hem wel gelegen zal zijn. |