Mattheus 3:15 | Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. |
Mattheus 6:11 | Geef ons heden ons dagelijks brood. |
Mattheus 6:12 | En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. |
Mattheus 8:29 | En ziet, zij riepen, zeggende: Jezus, Gij Zone Gods! wat hebben wij met U [te doen]? Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd? |
Mattheus 8:31 | En de duivelen baden Hem, zeggende: Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen varen. |
Mattheus 13:36 | Toen nu Jezus de scharen [van Zich] gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers. |
Mattheus 15:15 | En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis. |
Mattheus 15:33 | En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Van waar [zullen] wij zovele broden in de woestijn [bekomen], dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen? |
Mattheus 19:27 | Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden? |
Mattheus 20:12 | Zeggende: Deze laatsten hebben [maar] een uur gearbeid, en gij hebt ze ons gelijk gemaakt, die den last des daags en de hitte gedragen hebben. |
Mattheus 21:25 | De doop van Johannes, van waar was [die], uit de hemel, of uit de mensen? En zij overlegden bij zichzelven en zeiden: Indien wij zeggen: Uit de hemel; zo zal Hij ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? |
Mattheus 22:17 | Zeg ons dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den keizer schatting te geven of niet? |
Mattheus 22:25 | Nu waren er bij ons zeven broeders; en de eerste, [een vrouw] getrouwd hebbende, stierf; en dewijl hij geen zaad had, zo liet hij zijn vrouw voor zijn broeder. |
Mattheus 24:3 | En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk [zal] het teken [zijn] van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? |
Mattheus 25:8 | En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. |
Mattheus 25:9 | Doch de wijzen antwoordden, zeggende: [Geenszins], opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven. |
Mattheus 25:11 | Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! |
Mattheus 26:63 | Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God? |
Mattheus 26:68 | En anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus! wie is het, die U geslagen heeft? |
Markus 1:24 | Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U [te doen], Gij Jezus Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, [namelijk] de Heilige Gods. |