G2258 ἦν
ik was

Bijbelteksten

Lukas 11:14En Hij wierp een duivel uit, en die was stom. En het geschiedde, als de duivel uitgevaren was, dat de stomme sprak; en de scharen verwonderden zich.
Lukas 13:10En Hij leerde op den sabbat in een der synagogen.
Lukas 13:11En ziet, er was een vrouw, die een geest der krankheid achttien jaren lang gehad had, en zij was samengebogen, en kon zich ganselijk niet oprichten.
Lukas 14:1En het geschiedde, als Hij gekomen was in het huis van een der oversten der Farizeen, op den sabbat, om brood te eten, dat zij Hem waarnamen.
Lukas 14:2En ziet, er was een zeker waterzuchtig mens voor Hem.
Lukas 15:1En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
Lukas 15:24Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn.
Lukas 15:25En zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei,
Lukas 15:32Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.
Lukas 16:1En Hij zeide ook tot Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens, welke een rentmeester had; en deze werd bij hem verklaagd, als die zijn goederen doorbracht.
Lukas 16:19En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig.
Lukas 16:20En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren;
Lukas 17:16En hij viel op het aangezicht voor Zijn voeten, Hem dankende; en dezelve was een Samaritaan;
Lukas 18:2Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag.
Lukas 18:3En er was een zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende: Doe mij recht tegen mijn wederpartij.
Lukas 18:23Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk.
Lukas 18:34En zij verstonden geen van deze dingen; en dit woord was voor hen verborgen, en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd.
Lukas 19:2En zie, er was een man, met name geheten Zacheus; en deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk;
Lukas 19:3En zocht Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was.
Lukas 19:47En Hij leerde dagelijks in den tempel; en de overpriesters, en de Schriftgeleerden, en de oversten des volks zochten Hem te doden.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel