G2424 Ἰησοῦς
Jezus, Jozua

Bijbelteksten

1 Corinthiers 16:23De genade van den Heere Jezus Christus zij met u.
1 Corinthiers 16:24Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen.
2 Corinthiers 1:1Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Timotheus, de broeder, aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, met al de heiligen, die in geheel Achaje zijn:
2 Corinthiers 1:2Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
2 Corinthiers 1:3Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God aller vertroosting;
2 Corinthiers 1:14Gelijkerwijs gij ook ten dele ons erkend hebt, dat wij uw roem zijn, gelijk gij ook de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus.
2 Corinthiers 1:19Want de Zoon van God, Jezus Christus, Die onder u door ons is gepredikt, [namelijk] door mij, en Silvanus, en Timotheus, was niet ja en neen, maar is geweest ja in Hem.
2 Corinthiers 4:5Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, [dat wij] uw dienaars [zijn] om Jezus' wil.
2 Corinthiers 4:6Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om [te geven] verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus.
2 Corinthiers 4:10Altijd de doding van den Heere Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard worden.
2 Corinthiers 4:11Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus' wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden.
2 Corinthiers 4:14Wetende, dat Hij, Die den Heere Jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken, en met ulieden daar zal stellen.
2 Corinthiers 5:18En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft.
2 Corinthiers 8:9Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.
2 Corinthiers 11:4Want indien degene, die komt, een anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of [indien] gij een anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij [hem] met recht.
2 Corinthiers 11:31De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die geprezen is in der eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg.
2 Corinthiers 13:5Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.
Galaten 1:1Paulus, een apostel, ([geroepen] niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft),
Galaten 1:3Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus;
Galaten 1:12Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken