G2424 Ἰησοῦς
Jezus, Jozua

Bijbelteksten

Filippenzen 2:5Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was;
Filippenzen 2:10Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn.
Filippenzen 2:11En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.
Filippenzen 2:19En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben.
Filippenzen 2:21Want zij zoeken allen het hunne, niet hetgeen van Christus Jezus is.
Filippenzen 3:3Want wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen.
Filippenzen 3:8Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.
Filippenzen 3:12Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben.
Filippenzen 3:14Maar een ding [doe ik], vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.
Filippenzen 3:20Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, [namelijk] den Heere Jezus Christus;
Filippenzen 4:7En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:19Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus.
Filippenzen 4:21Groet alle heiligen in Christus Jezus; U groeten de broeders, die met mij zijn.
Filippenzen 4:23De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Colossenzen 1:1Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van God, en Timotheus, de broeder,
Colossenzen 1:2Den heiligen en gelovigen broederen in Christus, die te Kolosse zijn: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Colossenzen 1:3Wij danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, altijd voor u biddende;
Colossenzen 1:4Alzo wij van uw geloof in Christus Jezus gehoord hebben, en van de liefde, die [gij hebt] tot alle heiligen.
Colossenzen 1:28Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus;
Colossenzen 2:6Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt [alzo] in Hem;

Mede mogelijk dankzij