Handelingen 11:24 | Want hij was een goed man, en vol des Heiligen Geestes en des geloofs; en er werd een grote schare den Heere toegevoegd. |
Handelingen 11:26 | En het is geschied, dat zij een geheel jaar [samen]vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochie Christenen genaamd werden. |
Handelingen 12:12 | En als hij [alles] overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren. |
Handelingen 14:3 | Zij verkeerden dan [aldaar] een langen tijd, vrijmoediglijk sprekende in den Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord Zijner genade, en gaf, dat tekenen en wonderen geschiedden door hun handen. |
Handelingen 14:21 | En als zij derzelve stad het Evangelie verkondigd en vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij weder naar Lystre, en Ikonium, en Antiochie; |
Handelingen 17:9 | Doch als zij van Jason en de anderen vergenoeging ontvangen hadden, lieten zij hen gaan. |
Handelingen 18:18 | En als Paulus er nog vele dagen gebleven was, nam hij afscheid van de broederen, en scheepte van daar naar Syrie; en Priscilla en Aquila met hem, [zijn] hoofd te Kenchreen geschoren hebbende; want hij had een gelofte [gedaan]. |
Handelingen 19:19 | Velen ook dergenen, die ijdele [kunsten] gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren [penningen]. |
Handelingen 19:26 | En gij ziet en hoort, dat deze Paulus veel volk, niet alleen van Efeze, maar ook bijna van geheel Azie, overreed en afgekeerd heeft, zeggende, dat het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden. |
Handelingen 20:8 | En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd waren. |
Handelingen 20:11 | En als hij [weder] boven gegaan was, en brood gebroken en [wat] gegeten had, en lang, tot den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok hij alzo. |
Handelingen 20:37 | En er werd een groot geween van [hen] allen; en zij, vallende om den hals van Paulus, kusten hem; |
Handelingen 22:6 | Maar het geschiedde mij, als ik reisde, en Damaskus genaakte, omtrent den middag, dat snellijk uit den hemel een groot licht mij rondom omscheen. |
Handelingen 27:7 | En als wij vele dagen langzaam voortvoeren, en nauwelijks tegenover Knidus gekomen waren, overmits het ons de wind niet toeliet, zo voeren wij onder Kreta heen, tegenover Salmone. |
Handelingen 27:9 | En als veel tijd verlopen, en de vaart nu zorgelijk was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande hen Paulus, |
1 Corinthiers 11:30 | Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen. |
1 Corinthiers 15:9 | Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. |
2 Corinthiers 2:6 | Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen [geschied is]. |
2 Corinthiers 2:16 | Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? |
2 Corinthiers 3:5 | Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God; |