Handelingen 16:1 | En hij kwam te Derbe en Lystre. En ziet, aldaar was een zeker discipel, met name Timotheus, zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Grieksen vader; |
Handelingen 18:19 | En hij kwam te Efeze aan, en liet hen aldaar; maar hij ging in de synagoge, en handelde met de Joden. |
Handelingen 18:24 | En een zeker Jood, met name Apollos, van geboorte een Alexandrier, een welsprekend man, kwam te Efeze, machtig zijnde in de Schriften. |
Handelingen 20:15 | En van daar afgescheept zijnde, kwamen wij den volgenden [dag] tegen Chios over, en des anderen [daags] legden wij aan te Samos, en bleven te Trogyllion, en den [dag] daaraan kwamen wij te Milete. |
Handelingen 21:7 | Wij nu, de scheepvaart volbracht hebbende van Tyrus, kwamen aan te Ptolemais, en de broeders gegroet hebbende, bleven een dag bij hen. |
Handelingen 25:13 | En als enige dagen voorbijgegaan waren, kwamen de koning Agrippa en Bernice te Cesarea, om Festus te begroeten. |
Handelingen 26:7 | Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag [God] dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd. |
Handelingen 27:12 | En alzo de haven ongelegen was om te overwinteren, vond het meerder[deel] geraden ook van daar te varen, of zij enigszins te Fenix konden aankomen om te overwinteren, zijnde een haven in Kreta, strekkende tegen het zuidwesten en tegen het noordwesten. |
Handelingen 28:13 | Van waar wij omvoeren, en kwamen aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, kwamen wij den tweeden dag te Puteoli; |
1 Corinthiers 10:11 | En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. |
1 Corinthiers 14:36 | Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen? |
Efeziers 4:13 | Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus; |
Filippenzen 3:11 | Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden. |