Handelingen 17:24 | De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; |
Handelingen 17:26 | En heeft uit een bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt, om op den gehelen aardbodem te wonen, bescheiden hebbende de tijden te voren geordineerd, en de bepalingen van hun woning. |
Handelingen 19:10 | En dit geschiedde twee jaren lang, alzo dat allen, die in Azie woonden, het Woord van den Heere Jezus hoorden, beiden Joden en Grieken. |
Handelingen 19:17 | En dit werd allen bekend, beiden Joden en Grieken, die te Efeze woonden; en er viel een vreze over hen allen, en de Naam van den Heere Jezus werd groot gemaakt. |
Handelingen 22:12 | En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, [goede] getuigenis hebbende van al de Joden, die [daar] woonden, |
Efeziers 3:17 | Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt; |
Colossenzen 1:19 | Want het is [des Vaders] welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; |
Colossenzen 2:9 | Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; |
Hebreeen 11:9 | Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd [land], en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte. |
Jakobus 4:5 | Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid? |
2 Petrus 3:13 | Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont. |
Openbaring 2:13 | Ik weet uw werken, en waar gij woont; [namelijk] daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont. |
Openbaring 3:10 | Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. |
Openbaring 6:10 | En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen? |
Openbaring 8:13 | En ik zag, en ik hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende met grote stem: Wee, wee, wee, dengenen, die op de aarde wonen, van de overige stemmen der bazuin der drie engelen, die [nog] bazuinen zullen. |
Openbaring 11:10 | En die op de aarde wonen, die zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. |
Openbaring 13:8 | En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld. |
Openbaring 13:12 | En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was. |
Openbaring 13:14 | En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en [weder] leefde, een beeld zouden maken. |
Openbaring 17:2 | Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij. |