G2744 καυχάομαι
beroem (zich)

Bijbelteksten

2 Corinthiers 11:30Indien men moet roemen, zo zal ik roemen de dingen mijner zwakheid.
2 Corinthiers 12:1Te roemen is mij waarlijk niet oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen des Heeren.
2 Corinthiers 12:5Van den zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden.
2 Corinthiers 12:6Want zo ik roemen wil, ik zal niet onwijs zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik houde [daarvan] af, opdat niemand van mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoort.
2 Corinthiers 12:9En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
2 Corinthiers 12:11Ik ben roemende onwijs geworden; gij hebt mij genoodzaakt, want ik behoorde van u geprezen te zijn; want ik ben in geen ding minder geweest dan de uitnemendste apostelen, hoewel ik niets ben.
Galaten 6:13Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden.
Galaten 6:14Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.
Efeziers 2:9Niet uit de werken, opdat niemand roeme.
Filippenzen 3:3Want wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen.
2 Thessalonicensen 1:4Alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt;
Jakobus 1:9Maar de broeder, die nederig is, roeme in zijn hoogheid.
Jakobus 4:16Maar nu roemt gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen