G2889 κόσμος
versiering, wereld, heelal, mensheid, wereldaangelegenheden
Johannes 3:19 | En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. |
Johannes 4:42 | En zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij zelven hebben [Hem] gehoord, en weten, dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld. |
Johannes 6:14 | De mensen dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. |
Johannes 6:33 | Want het Brood Gods is Hij, Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft. |
Johannes 6:51 | Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. |
Johannes 7:4 | Want niemand doet iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk van hem spreke. Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelven aan de wereld. |
Johannes 7:7 | De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn. |
Johannes 8:12 | Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben. |
Johannes 8:23 | En Hij zeide tot hen: Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld. |
Johannes 8:26 | Ik heb vele dingen van u te zeggen en te oordelen; maar Die Mij gezonden heeft, is waarachtig; en de dingen, die Ik van Hem gehoord heb, dezelve spreek Ik tot de wereld. |
Johannes 9:5 | Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld. |
Johannes 9:39 | En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden. |
Johannes 10:36 | Zegt gijlieden [tot Mij], Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert [God]; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon? |
Johannes 11:9 | Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in den dag? Indien iemand in den dag wandelt, zo stoot hij zich niet, overmits hij het licht dezer wereld ziet; |
Johannes 11:27 | Zij zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Gods, Die in de wereld komen zou. |
Johannes 12:19 | De Farizeen dan zeiden onder elkander: Ziet gij [wel], dat gij gans niet vordert? Ziet, de [gehele] wereld gaat Hem na. |
Johannes 12:25 | Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven. |
Johannes 12:31 | Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buiten geworpen worden. |
Johannes 12:46 | Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve. |
Johannes 12:47 | En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make. |