G2910 κρεμάννυμι
ophangen, opgehangen worden, hangen

Bijbelteksten

Mattheus 18:6Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee.
Mattheus 22:40Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
Lukas 23:39En een der kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelven en ons.
Handelingen 5:30De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Welken gij omgebracht hebt, hangende [Hem] aan het hout.
Handelingen 10:39En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, [Hem] hangende aan het hout.
Handelingen 28:4En als de barbaren het beest zagen aan zijn hand hangen, zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk een doodslager, welken de wraak niet laat leven, daar hij uit de zee ontkomen is.
Galaten 3:13Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin