Mattheus 25:1 | Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet. |
Mattheus 25:3 | Die dwaas [waren], haar lampen nemende, namen geen olie met zich. |
Mattheus 25:4 | Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen. |
Mattheus 25:7 | Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. |
Mattheus 25:8 | En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. |
Johannes 18:3 | Judas dan, genomen hebbende de bende [krijgsknechten] en [enige] dienaars van de overpriesters en Farizeen, kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen, en wapenen. |
Handelingen 20:8 | En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd waren. |
Openbaring 4:5 | En van den troon gingen uit bliksemen, en donderslagen, en stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor den troon, welke zijn de zeven geesten Gods. |
Openbaring 8:10 | En de derde engel heeft gebazuind, en er is een grote ster, brandende als een fakkel, gevallen uit den hemel, en is gevallen op het derde [deel] der rivieren, en op de fonteinen der wateren. |