1 Corinthiers 3:14 | Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. |
1 Corinthiers 7:8 | Doch ik zeg den ongetrouwden, en den weduwen: Het is hun goed, indien zij blijven, gelijk als ik. |
1 Corinthiers 7:11 | En indien zij ook scheidt, dat zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat de man de vrouw niet verlate. |
1 Corinthiers 7:20 | Een iegelijk blijve in die beroeping, daar hij in geroepen is. |
1 Corinthiers 7:24 | Een iegelijk, waarin hij geroepen is, broeders, die blijve in hetzelve bij God. |
1 Corinthiers 7:40 | Maar zij is gelukkiger, indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen. En ik meen ook den Geest Gods te hebben. |
1 Corinthiers 13:13 | En nu blijft geloof, hoop [en] liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde. |
1 Corinthiers 15:6 | Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het meren[deel] nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen. |
2 Corinthiers 3:11 | Want indien hetgeen te niet gedaan wordt, in heerlijkheid was, veel meer [is] hetgeen blijft, in heerlijkheid. |
2 Corinthiers 3:14 | Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op [den dag] van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt. |
2 Corinthiers 9:9 | Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid. |
Filippenzen 1:25 | En dit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap des geloofs; |
1 Timotheus 2:15 | Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid. |
2 Timotheus 2:13 | Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen. |
2 Timotheus 3:14 | Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en [waarvan] u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; |
2 Timotheus 4:20 | Erastus is te Korinthe gebleven; en Trofimus heb ik te Milete krank gelaten. |
Hebreeen 7:3 | Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch beginsel der dagen, noch einde des levens hebbende; maar den Zoon van God gelijk geworden zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid. |
Hebreeen 7:24 | Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap; |
Hebreeen 10:34 | Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen. |
Hebreeen 12:27 | En dit [woord]: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn. |