Handelingen 28:31 | Predikende het Koninkrijk Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd. |
Romeinen 12:15 | Verblijdt u met de blijden; en weent met de wenenden. |
Romeinen 12:18 | Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen. |
Romeinen 15:10 | En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen met Zijn volk! |
Romeinen 15:33 | En de God des vredes zij met u allen. Amen. |
Romeinen 16:20 | En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen. |
Romeinen 16:24 | De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. |
1 Corinthiers 6:6 | Maar de [ene] broeder gaat met den [anderen] broeder te recht, en dat voor ongelovigen. |
1 Corinthiers 6:7 | Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade? |
1 Corinthiers 7:12 | Maar den anderen zeg ik, niet de Heere: Indien enig broeder een ongelovige vrouw heeft, en dezelve tevreden is bij hem te wonen, dat hij ze niet verlate. |
1 Corinthiers 7:13 | En een vrouw, die een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate. |
1 Corinthiers 11:25 | Desgelijks [nam] Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij [dien] zult drinken, tot Mijn gedachtenis. |
1 Corinthiers 16:11 | Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen. |
1 Corinthiers 16:12 | En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was ganselijk [zijn] wil niet, dat hij nu zou komen; doch hij zal komen, wanneer het hem wel gelegen zal zijn. |
1 Corinthiers 16:23 | De genade van den Heere Jezus Christus zij met u. |
1 Corinthiers 16:24 | Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen. |
2 Corinthiers 6:15 | En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? |
2 Corinthiers 6:16 | Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder [hen] wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. |
2 Corinthiers 7:15 | En zijn innerlijke bewegingen zijn te overvloediger jegens u, als hij uw aller gehoorzaamheid overdenkt, hoe gij hem met vreze en beven hebt ontvangen. |
2 Corinthiers 8:4 | Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening, die voor de heiligen [geschiedt]. |