G3404 μισέω
haten, gehaat worden, verafschuwd worden

Bijbelteksten

Johannes 15:24Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat.
Johannes 15:25Maar [dit geschiedt], opdat het woord vervuld worde, dat in hun wet geschreven is: Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat.
Johannes 17:14Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben.
Romeinen 7:15Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik.
Romeinen 9:13Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.
Efeziers 5:29Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente.
Titus 3:3Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, [en] elkander hatende.
Hebreeen 1:9Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad, en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten.
1 Johannes 2:9Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nog toe.
1 Johannes 2:11Maar die zijn broeder haat, is in de duisternis, en wandelt in de duisternis, en weet niet, waar hij henengaat; want de duisternis heeft zijn ogen verblind.
1 Johannes 3:13Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld haat.
1 Johannes 3:15Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende.
1 Johannes 4:20Indien iemand zegt: Ik heb God lief; en haat zijn broeder, die is een leugenaar; want die zijn broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, Dien hij niet gezien heeft?
Judas 1:23Maar behoudt anderen door vreze, en grijpt ze uit het vuur; en haat ook den rok, die van het vlees bevlekt is.
Openbaring 2:6Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaieten haat, welke Ik ook haat.
Openbaring 17:16En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen haar woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zullen haar met vuur verbranden.
Openbaring 18:2En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte;

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen