G3560 νουθετέω
vermanen, waarschuwen, aansporen

Bijbelteksten

Handelingen 20:31Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren [lang] nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen.
Romeinen 15:14Doch, mijn broeders, ook ik zelf ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol zijt van goedheid, vervuld met alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen.
1 Corinthiers 4:14Ik schrijf deze dingen niet om u te beschamen, maar als mijn lieve kinderen vermaan ik [u].
Colossenzen 1:28Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus;
Colossenzen 3:16Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
1 Thessalonicensen 5:12En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;
1 Thessalonicensen 5:14En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.
2 Thessalonicensen 3:15En houdt [hem] niet als een vijand, maar vermaant [hem] als een broeder.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen