G3588 ὁ, ἡ, τό
de, het, dit, dat, deze

Bijbelteksten

Mattheus 10:10Noch male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch staf; want de arbeider is zijn voedsel waardig.
Mattheus 10:12En als gij in het huis gaat, zo groet hetzelve.
Mattheus 10:13En indien dat huis waardig is, zo kome uw vrede over hetzelve, maar indien het niet waardig is, zo kere uw vrede weder tot u.
Mattheus 10:14En zo iemand u niet zal ontvangen, noch uw woorden horen, uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, schudt het stof uwer voeten af.
Mattheus 10:15Voorwaar zeg Ik u: Het zal den lande van Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan dezelve stad.
Mattheus 10:16Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.
Mattheus 10:17Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen.
Mattheus 10:18En gij zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden, om Mijnentwil, hun en den heidenen tot getuigenis.
Mattheus 10:19Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult.
Mattheus 10:20Want gij zijt [het] niet, die spreekt, maar [het is] de Geest uws Vaders, Die in u spreekt.
Mattheus 10:22En gij zult van allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden.
Mattheus 10:23Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg Ik u: Gij zult [uw reis door] de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.
Mattheus 10:24De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer.
Mattheus 10:25Het [zij] den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!
Mattheus 10:27Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken.
Mattheus 10:28En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.
Mattheus 10:29Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.
Mattheus 10:30En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld.
Mattheus 10:32Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen [is].
Mattheus 10:33Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen [is].

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken