G3748 ὅστις
wie ook maar, wat ook maar

Bijbelteksten

Colossenzen 2:23Dewelke wel hebben een [schijn]rede van wijsheid in eigenwilligen [gods]dienst en nederigheid, en in het lichaam niet te sparen, [doch] zijn niet in enige waarde, [maar] tot verzadiging van het vlees.
Colossenzen 3:5Doodt dan uw leden die op de aarde zijn, [namelijk] hoererij, onreinigheid, [schandelijke] beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst;
Colossenzen 3:14En boven dit alles [doet aan] de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.
Colossenzen 4:11En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn [mijn] medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.
2 Thessalonicensen 1:9Dewelken zullen [tot] straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte,
1 Timotheus 1:4Noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen, welke meer [twist]vragen voortbrengen dan stichting Gods, die in het geloof is.
1 Timotheus 3:15Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid.
1 Timotheus 6:9Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en [in] den strik, en [in] vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang.
2 Timotheus 1:5Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u [woont].
2 Timotheus 2:2En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren.
2 Timotheus 2:18Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof.
Titus 1:11Welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil.
Hebreeen 2:3Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden van degenen, die [Hem] gehoord hebben;
Hebreeen 8:5Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is.
Hebreeen 8:6En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.
Hebreeen 9:2Want de tabernakel was toebereid, [namelijk] de eerste, in welken was de kandelaar, en de tafel, en de toonbroden, welke genaamd wordt het heilige;
Hebreeen 9:9Welke was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtofferen geofferd werden, die dengene, die de dienst pleegde, niet konden heiligen naar het geweten;
Hebreeen 10:8Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en [offer] voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);
Hebreeen 10:11En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;
Hebreeen 10:35Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech