G3816 παῖς
kind, jongen, meisje, knecht, slaaf

Bijbelteksten

Handelingen 4:25Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht?
Handelingen 4:27Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels;
Handelingen 4:30Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus.
Handelingen 20:12En zij brachten den knecht levende, en waren bovenmate vertroost.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken