G3853 παραγγέλλω
langs de rij, langs de gelederen, afkondigen, bekend maken, bevelen, opwekken

Bijbelteksten

Mattheus 10:5Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende: Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in [enige] stad der Samaritanen.
Markus 6:8En Hij gebood hun, dat zij niets zouden nemen tot den weg, dan alleenlijk een staf, geen male, geen brood, geen geld in den gordel;
Markus 8:6En Hij gebood de schare neder te zitten op de aarde, en Hij nam de zeven broden, en gedankt hebbende, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen, opdat zij ze zouden voorleggen; en zij legden ze de schare voor.
Lukas 5:14En Hij gebood hem, dat hij het niemand zeggen zou; maar ga heen, [zeide Hij], vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, gelijk Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Lukas 8:29Want Hij had den onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou uitvaren; want hij had hem menigen tijd bevangen gehad; en hij werd met ketenen en met boeien gebonden, om bewaard te zijn; en hij verbrak de banden, en werd van den duivel gedreven in de woestijnen.
Lukas 8:56En haar ouders ontzetten zich; en Hij beval hun, dat zij niemand zouden zeggen hetgeen geschied was.
Lukas 9:21En Hij gebood hun scherpelijk en beval, dat zij dit niemand zeggen zouden;
Handelingen 1:4En als Hij met [hen] vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, [zeide Hij], van Mij gehoord hebt.
Handelingen 4:18En als zij hen geroepen hadden, zeiden zij hun aan, dat zij ganselijk niet zouden spreken, noch leren, in den Naam van Jezus.
Handelingen 5:28Hebben wij u niet ernstiglijk aangezegd, dat gij in dezen Naam niet zoudt leren? En ziet, gij hebt met deze uw leer Jeruzalem vervuld, en gij wilt het bloed van dezen Mens over ons brengen.
Handelingen 5:40En zij gaven hem gehoor; en als zij de apostelen tot zich geroepen hadden, geselden zij [dezelve], en geboden [hun], dat zij niet zouden spreken in den Naam van Jezus; en lieten hen gaan.
Handelingen 10:42En heeft ons geboden den volke te prediken, en te betuigen, dat Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden.
Handelingen 15:5Maar, [zeiden zij], er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeen, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes te onderhouden.
Handelingen 16:18En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, [daarover] ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure.
Handelingen 16:23En als zij hun vele slagen gegeven hadden, wierpen zij hen in de gevangenis, en geboden den stokbewaarder, dat hij hen zekerlijk bewaren zou.
Handelingen 17:30God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren.
Handelingen 23:22De overste dan liet den jongeling gaan, [hem] gebiedende: Zeg niemand voort, dat gij mij zulks geopenbaard hebt.
Handelingen 23:30En als mij te kennen gegeven was, dat van de Joden een lage tegen deze man [gelegd] zou worden, zo heb ik [hem] terstond aan u gezonden; gebiedende ook den beschuldigers voor u te zeggen, hetgeen zij tegen hem hadden. Vaarwel.
1 Corinthiers 7:10Doch den getrouwden gebiede niet ik, maar de Heere, dat de vrouw van den man niet scheide.
1 Corinthiers 11:17Dit nu, [hetgeen] ik [u] aanzegge, prijs ik niet, [namelijk] dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken