G3899 παραπορεύομαι
voorbij gaan, langs iets heen gaan

Bijbelteksten

Mattheus 27:39En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden,
Markus 2:23En het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn discipelen begonnen, al gaande, aren te plukken.
Markus 9:30En van daar weggaande, reisden zij door Galilea; en Hij wilde niet, dat het iemand wist.
Markus 11:20En des morgens vroeg voorbijgaande, zagen zij, dat de vijgeboom verdord was, van de wortelen af.
Markus 15:29En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt,

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin