G4083 πῆχυς
el, lengtemaat

Bijbelteksten

Mattheus 6:27Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
Lukas 12:25Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
Johannes 21:8En de andere discipelen kwamen met het scheepje (want zij waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd ellen), slepende het net met de vissen.
Openbaring 21:17En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, [naar] de maat eens mensen, welke des engels was.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen