Mattheus 6:27 | Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen? |
Lukas 12:25 | Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen? |
Johannes 21:8 | En de andere discipelen kwamen met het scheepje (want zij waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd ellen), slepende het net met de vissen. |
Openbaring 21:17 | En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, [naar] de maat eens mensen, welke des engels was. |