G4102 πίστις
geloof

Bijbelteksten

2 Timotheus 3:10Maar gij hebt achtervolgd mijn leer, wijze van doen, voornemen, geloof, lankmoedigheid, liefde, lijdzaamheid.
2 Timotheus 3:15En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
2 Timotheus 4:7Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geeindigd, ik heb het geloof behouden;
Titus 1:1Paulus, een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is;
Titus 1:4Genade, barmhartigheid, vrede zij [u] van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker.
Titus 1:13Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof.
Titus 2:2Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid.
Titus 2:10Niet onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker, in alles mogen versieren.
Titus 3:15Die met mij zijn, groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben in het geloof. De genade zij met u allen. Amen.
Filemon 1:5Alzo ik hoor uw liefde en geloof, hetwelk gij hebt aan den Heere Jezus, en jegens al de heiligen;
Filemon 1:6Opdat de gemeenschap uws geloofs krachtig worde in de bekendmaking van alle goed, hetwelk in ulieden is door Christus Jezus.
Hebreeen 4:2Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben.
Hebreeen 6:1Daarom, nalatende het beginsel der leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren; niet wederom leggende het fondament van de bekering van dode werken, en van het geloof in God,
Hebreeen 6:12Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven.
Hebreeen 10:22Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, [onze] harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Hebreeen 10:38Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo [iemand] zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
Hebreeen 10:39Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.
Hebreeen 11:1Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, [en] een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Hebreeen 11:3Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.
Hebreeen 11:4Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kain, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve [geloof] spreekt hij nog, nadat hij gestorven is.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin