Galaten 3:9 | Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham. |
Efeziers 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus: |
Efeziers 6:21 | En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij aangaat; [en] wat ik doe, [dat] alles zal u Tychikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken; |
Colossenzen 1:2 | Den heiligen en gelovigen broederen in Christus, die te Kolosse zijn: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. |
Colossenzen 1:7 | Gelijk gij ook geleerd hebt van Epafras, onzen geliefden mededienstknecht, dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u; |
Colossenzen 4:7 | Al mijn zaken zal u bekend maken Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe dienaar, en mededienstknecht in de Heere, |
Colossenzen 4:9 | Met Onesimus, den getrouwen en geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u alles bekendmaken wat hier is. |
1 Thessalonicensen 5:24 | Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal. |
2 Thessalonicensen 3:3 | Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren van den boze. |
1 Timotheus 1:12 | En ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, [namelijk] Christus Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, [mij] in de bediening gesteld hebbende; |
1 Timotheus 1:15 | Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben. |
1 Timotheus 3:1 | Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk. |
1 Timotheus 3:11 | De vrouwen insgelijks [moeten] eerbaar [zijn], geen lasteraarsters, wakker, getrouw in alles. |
1 Timotheus 4:3 | Verbiedende te huwelijken, [gebiedende] van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheid hebben bekend. |
1 Timotheus 4:9 | Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig. |
1 Timotheus 4:10 | Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, [maar] allermeest der gelovigen. |
1 Timotheus 4:12 | Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid. |
1 Timotheus 5:16 | Zo enig gelovig [man], of gelovige [vrouw] weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen, die waarlijk weduwen zijn, genoegzame hulp doen moge. |
1 Timotheus 6:2 | En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen. |
2 Timotheus 2:2 | En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren. |