Handelingen 15:12 | En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had. |
Handelingen 15:30 | Dezen dan, hun afscheid ontvangen hebbende, kwamen te Antiochie; en de menigte vergaderd hebbende, gaven zij den brief over. |
Handelingen 17:4 | En sommigen uit hen geloofden, en werden Paulus en Silas toegevoegd, en van de godsdienstige Grieken een grote menigte, en van de voornaamste vrouwen niet weinige. |
Handelingen 19:9 | Maar als sommigen verhard werden, en ongehoorzaam waren, kwaadsprekende van den weg [des Heeren] voor de menigte, week hij van hen, en scheidde de discipelen af, dagelijks handelende in de school van zekeren Tyrannus. |
Handelingen 21:22 | Wat is er dan [te doen]? Het is gans nodig, dat de menigte samenkome; want zij zullen horen, dat gij gekomen zijt. |
Handelingen 21:36 | Want de menigte des volks volgde, al roepende: Weg met hem! |
Handelingen 23:7 | En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht tussen de Farizeen en de Sadduceen, en de menigte werd verdeeld. |
Handelingen 25:24 | En Festus zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons [hier] tegenwoordig zijt, gij ziet dezen, van welken mij de ganse menigte der Joden heeft aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet meer behoort te leven. |
Handelingen 28:3 | En als Paulus een hoop rijzen bijeengeraapt en op het vuur gelegd had, kwam er een adder uit door de hitte, en vatte zijn hand. |
Hebreeen 11:12 | Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, [zovelen] in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk ontallijk is. |
Jakobus 5:20 | Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken. |
1 Petrus 4:8 | Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander; want de liefde zal menigte van zonden bedekken. |