G4133 πλήν
bovendien, maar, toch, niettemin

Bijbelteksten

Johannes 8:10En Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld?
Handelingen 8:1En Saulus had mede een welbehagen aan zijn dood. En er werd te dien dage een grote vervolging tegen de Gemeente, die te Jeruzalem was; en zij werden allen verstrooid door de landen van Judea en Samaria, behalve de apostelen.
Handelingen 15:28Want het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen:
Handelingen 20:23Dan dat de Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende, dat mij banden en verdrukkingen aanstaande zijn.
Handelingen 27:22Doch alsnu vermaan ik ulieden goedsmoeds te zijn; want er zal geen verlies geschieden van [iemands] leven onder u, maar alleen van het schip.
1 Corinthiers 11:11Nochtans is noch de man zonder de vrouw, noch de vrouw zonder den man, in den Heere.
Efeziers 5:33Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw [zie], dat zij den man vreze.
Filippenzen 1:18Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden.
Filippenzen 3:16Doch, daar wij toe gekomen zijn, laat ons [daarin] naar denzelfden regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen.
Filippenzen 4:14Nochtans hebt gij wel gedaan, dat gij met mijn verdrukking gemeenschap gehad hebt.
Openbaring 2:25Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen