Handelingen 8:18 | En als Simon zag, dat, door de oplegging van de handen der apostelen de Heilige Geest gegeven werd, zo bood hij hun geld aan, |
Handelingen 8:19 | Zeggende: Geeft ook mij deze macht, opdat, zo wien ik de handen opleg, hij den Heiligen Geest ontvange. |
Handelingen 8:29 | En de Geest zeide tot Filippus: Ga toe, en voeg u bij dezen wagen. |
Handelingen 8:39 | En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg, en de kamerling zag hem niet meer; want hij reisde zijn weg met blijdschap. |
Handelingen 9:17 | En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden. |
Handelingen 9:31 | De Gemeenten dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd. |
Handelingen 10:19 | En als Petrus over dat gezicht dacht, zeide de Geest tot hem: Zie, drie mannen zoeken u; |
Handelingen 10:38 | [Belangende] Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke [het land] doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem. |
Handelingen 10:44 | Als Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden. |
Handelingen 10:45 | En de gelovigen, die uit de besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ontzetten zich, dat de gave des Heiligen Geestes ook op de heidenen uitgestort werd. |
Handelingen 10:47 | Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij? |
Handelingen 11:12 | En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen gaan zou, niet twijfelende. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn in des man huis ingegaan. |
Handelingen 11:15 | En als ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, gelijk ook op ons in het begin. |
Handelingen 11:16 | En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen Geest. |
Handelingen 11:24 | Want hij was een goed man, en vol des Heiligen Geestes en des geloofs; en er werd een grote schare den Heere toegevoegd. |
Handelingen 11:28 | En een uit hen, met name Agabus, stond op, en gaf te kennen door den Geest, dat er een grote hongersnood zou wezen over de gehele wereld; dewelke ook gekomen is onder den keizer Claudius. |
Handelingen 13:2 | En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. |
Handelingen 13:4 | Dezen dan, uitgezonden zijnde van den Heiligen Geest, kwamen af tot Seleucie, en van daar scheepten zij af naar Cyprus. |
Handelingen 13:9 | Doch Saulus (die ook Paulus [genaamd is]), vervuld met den Heiligen Geest, en de ogen op hem houdende, zeide: |
Handelingen 13:52 | En de discipelen werden vervuld met blijdschap en met den Heiligen Geest. |