Lukas 16:3 | En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mijn neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij. |
Lukas 16:4 | Ik weet, wat ik doen zal, opdat, wanneer ik van het rentmeesterschap afgezet zal wezen, zij mij in hun huizen ontvangen. |
Lukas 16:8 | En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht. |
Lukas 16:9 | En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige tabernakelen. |
Lukas 17:9 | Dankt hij ook denzelven dienstknecht omdat hij gedaan heeft, hetgeen hem bevolen was? Ik meen, neen. |
Lukas 17:10 | Alzo ook gij, wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben [maar] gedaan, hetgeen wij schuldig waren te doen. |
Lukas 18:7 | Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? |
Lukas 18:8 | Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? |
Lukas 18:18 | En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? |
Lukas 18:41 | Zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En hij zeide: Heere! dat ik ziende mag worden. |
Lukas 19:18 | En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen. |
Lukas 19:46 | Zeggende tot hen: Er is geschreven: Mijn huis is een huis des gebeds; maar gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt. |
Lukas 19:48 | En zij vonden niet, wat zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan, en hoorde [Hem]. |
Lukas 20:2 | En spraken tot Hem zeggende: Zeg ons, door wat macht Gij deze dingen doet; of wie Hij is, Die U deze macht heeft gegeven? |
Lukas 20:8 | En Jezus zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe. |
Lukas 20:13 | En de heer des wijngaards zeide: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefden zoon zenden; mogelijk dezen ziende, zullen zij [hem] ontzien. |
Lukas 20:15 | En als zij hem buiten den wijngaard uitgeworpen hadden, doodden zij [hem]. Wat zal dan de heer des wijngaards hun doen? |
Lukas 22:19 | En Hij nam brood, en als Hij gedankt had, brak Hij het, en gaf het hun, zeggende: Dat is Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. |
Lukas 23:22 | En hij zeide ten derden male tot hen: Wat heeft Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods in Hem gevonden. Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. |
Lukas 23:31 | Want indien zij dit doen aan het groene hout, wat zal aan het dorre geschieden? |