G4183 πολύς
veel, groot, machtig, sterk
Johannes 8:30 | Als Hij deze dingen sprak, geloofden velen in Hem. |
Johannes 10:20 | En velen van hen zeiden: hij heeft den duivel, en is uitzinnig; wat hoort gij Hem? |
Johannes 10:32 | Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele treffelijke werken getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt gij Mij? |
Johannes 10:41 | En velen kwamen tot Hem, en zeiden: Johannes deed wel geen teken; maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar. |
Johannes 10:42 | En velen geloofden aldaar in Hem. |
Johannes 11:19 | En velen uit de Joden waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar vertroosten zouden over haar broeder. |
Johannes 11:45 | Velen dan uit de Joden, die tot Maria gekomen waren, en aanschouwd hadden, hetgeen Jezus gedaan had, geloofden in Hem. |
Johannes 11:47 | De overpriesters dan en de Farizeen vergaderden den raad, en zeiden: Wat zullen wij doen? want deze Mens doet vele tekenen. |
Johannes 11:55 | En het pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem, voor het pascha, opdat zij zichzelven reinigden. |
Johannes 12:9 | Een grote schare dan der Joden verstond, dat Hij aldaar was; en zij kwamen, niet alleen om Jezus' wil, maar opdat zij ook Lazarus zouden zien, dien Hij uit de doden opgewekt had. |
Johannes 12:11 | Want velen van de Joden gingen heen om zijnentwil, en geloofden in Jezus. |
Johannes 12:12 | Des anderen daags, een grote schare, die tot het feest gekomen was, horende, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, |
Johannes 12:24 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. |
Johannes 12:42 | Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. |
Johannes 14:2 | In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. |
Johannes 14:30 | Ik zal niet meer veel met u spreken; want de overste dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets. |
Johannes 15:5 | Ik ben de Wijnstok, [en] gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. |
Johannes 15:8 | Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn. |
Johannes 16:12 | Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. |
Johannes 19:20 | Dit opschrift dan lazen velen van de Joden; want de plaats, waar Jezus gekruist werd, was nabij de stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks, [en] in het Latijn. |