G4226 ποῦ
ergens, bijna

Bijbelteksten

Johannes 9:12Zij dan zeiden tot hem: Waar is Die? Hij zeide: Ik weet het niet.
Johannes 11:34En zeide: Waar hebt gij hem gelegd? Zij zeiden tot Hem: Heere, kom en zie het.
Johannes 11:57De overpriesters nu en de Farizeen hadden een gebod gegeven, dat, zo iemand wist, waar Hij was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen.
Johannes 12:35Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat.
Johannes 13:36Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, waar gaat Gij heen? Jezus antwoordde hem: Waar Ik heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij namaals volgen.
Johannes 14:5Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten?
Johannes 16:5En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen?
Johannes 20:2Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben.
Johannes 20:13En die zeiden tot haar: Vrouw, wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben.
Johannes 20:15Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, [zo] gij Hem [weg]gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen.
Romeinen 3:27Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.
1 Corinthiers 1:20Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?
1 Corinthiers 12:17Ware het gehele lichaam het oog, waar [zou] het gehoor [zijn]? Ware het gehele [lichaam] gehoor, waar [zou] de reuk [zijn]?
1 Corinthiers 12:19Waren zij alle [maar] een lid, waar [zou] het lichaam [zijn]?
1 Corinthiers 15:55Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
Hebreeen 11:8Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende waar hij komen zou.
1 Petrus 4:18En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?
2 Petrus 3:4En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien [dag], dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo [gelijk] van het begin der schepping.
Openbaring 2:13Ik weet uw werken, en waar gij woont; [namelijk] daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin