G4374 προσφέρω
brengen naar, voorgeleiden

Bijbelteksten

Mattheus 2:11En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre.
Mattheus 4:24En Zijn gerucht ging [van daar] uit in geheel Syrie; en zij brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met verscheidene ziekten en pijnen bevangen zijnde, en van den duivel bezeten, en maanzieken en geraakten; en Hij genas dezelve.
Mattheus 5:23Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft;
Mattheus 5:24Laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt dan en offert uw gave.
Mattheus 8:4En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij [dit] niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Mattheus 8:16En als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot Hem gebracht, en Hij wierp de [boze] geesten uit met den woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren;
Mattheus 9:2En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven.
Mattheus 9:32Als dezen nu uitgingen, ziet, zo brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den duivel bezeten was.
Mattheus 12:22Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, [die] blind en stom [was]; en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag.
Mattheus 14:35En als de mannen van die plaats Hem werden kennende, zonden zij in dat gehele omliggende land, en brachten tot Hem allen die kwalijk gesteld waren;
Mattheus 17:16En ik heb hem tot Uw discipelen gebracht, en zij hebben hem niet kunnen genezen.
Mattheus 18:24Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien duizend talenten.
Mattheus 19:13Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften dezelve.
Mattheus 22:19Gij geveinsden, wat verzoekt gij Mij? Toont Mij de schattingpenning. En zij brachten Hem een penning.
Mattheus 25:20En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heere! vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.
Markus 1:44En zeide tot hem: Zie, dat gij niemand iets zegt; maar ga heen en vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, hetgeen Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Markus 10:13En zij brachten kinderkens tot Hem, opdat Hij ze aanraken zou; en de discipelen bestraften degenen, die ze tot Hem brachten.
Lukas 5:14En Hij gebood hem, dat hij het niemand zeggen zou; maar ga heen, [zeide Hij], vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, gelijk Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Lukas 12:11En wanneer zij u heenbrengen zullen in de synagogen, en [tot] de overheden en de machten, zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij tot verantwoording zeggen, of wat gij spreken zult;
Lukas 18:15En zij brachten ook de kinderkens tot Hem, opdat Hij die zou aanraken; en de discipelen, [dat] ziende, bestraften dezelve.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel