Filippenzen 4:8 | Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt datzelve; |
1 Timotheus 3:8 | De diakenen insgelijks [moeten] eerbaar [zijn], niet tweetongig, niet die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers; |
1 Timotheus 3:11 | De vrouwen insgelijks [moeten] eerbaar [zijn], geen lasteraarsters, wakker, getrouw in alles. |
Titus 2:2 | Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid. |