G4650 σκορπίζω
verstrooien, verspreiden

Bijbelteksten

Mattheus 12:30Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.
Lukas 11:23Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.
Johannes 10:12Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen.
Johannes 16:32Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden, een iegelijk naar het zijne, en gij Mij alleen zult laten; en [nochtans] ben Ik niet alleen; want de Vader is met Mij.
2 Corinthiers 9:9Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken