G5093 τίμιος
geacht, dierbaar, kostbaar

Bijbelteksten

Handelingen 5:34Maar een zeker Farizeer stond op in den raad, met name Gamaliel, een leraar der wet, in waarde gehouden bij al het volk, en gebood, dat men de apostelen een weinig zou doen buiten [staan].
Handelingen 20:24Maar ik acht op geen ding, noch houde mijn leven dierbaar voor mijzelven, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en den dienst, welken ik van den Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods.
1 Corinthiers 3:12En indien iemand op dit fondament bouwt goud, zilver, kostelijke stenen, hout, hooi, stoppelen;
Hebreeen 13:4Het huwelijk [is] eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen.
Jakobus 5:7Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen.
1 Petrus 1:7Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus;
1 Petrus 1:19Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam;
2 Petrus 1:4Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
Openbaring 17:4En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostelijk gesteente, en paarlen, en had in hare hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinigheid harer hoererij.
Openbaring 18:12Waren van goud, en van zilver, en van kostelijk gesteente, en van paarlen, en van fijn lijnwaad, en van purper, en van zijde, en van scharlaken; en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren vaten, en allerlei vaten van het kostelijkste hout, en van koper, en van ijzer, en van marmersteen;
Openbaring 18:16En zeggende: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn lijnwaad, en purper, en scharlaken, en versierd met goud, en [met] kostelijk gesteente, en [met] paarlen; want in een ure is zo grote rijkdom verwoest.
Openbaring 21:11En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen gelijk, [namelijk] als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal.
Openbaring 21:19En de fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijk gesteente versierd. Het eerste fondament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken