1 Corinthiers 15:25 | Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben. |
1 Corinthiers 15:27 | Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen. Doch wanneer Hij zegt, dat [Hem] alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen heeft. |
2 Corinthiers 1:4 | Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wij zelven van God vertroost worden. |
2 Corinthiers 1:16 | En door uw [stad] naar Macedonie gaan, en wederom van Macedonie tot u komen, en van ulieden naar Judea geleid worden. |
2 Corinthiers 2:6 | Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen [geschied is]. |
2 Corinthiers 2:11 | Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. |
2 Corinthiers 3:2 | Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen; |
2 Corinthiers 3:3 | Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten. |
2 Corinthiers 5:4 | Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde. |
2 Corinthiers 8:19 | En dat niet alleen, maar hij is ook van de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren Zelven, en de volvaardigheid uws gemoeds; |
2 Corinthiers 8:20 | Dit verhoedende, dat ons niemand moge lasteren in dezen overvloed, die van ons wordt bediend; |
2 Corinthiers 11:24 | Van de Joden heb ik veertig [slagen] min een, vijfmaal ontvangen. |
2 Corinthiers 12:11 | Ik ben roemende onwijs geworden; gij hebt mij genoodzaakt, want ik behoorde van u geprezen te zijn; want ik ben in geen ding minder geweest dan de uitnemendste apostelen, hoewel ik niets ben. |
Galaten 1:11 | Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens. |
Galaten 3:10 | Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. |
Galaten 3:17 | En dit zeg ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te doen. |
Galaten 3:22 | Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden. |
Galaten 3:23 | Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld, en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden. |
Galaten 3:25 | Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. |
Galaten 4:2 | Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld. |