Lukas 24:9 | En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. |
Lukas 24:33 | En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, en die met hen waren; |
Lukas 24:52 | En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. |
Handelingen 1:12 | Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijf[berg], welke is nabij Jeruzalem, liggende [van daar] een sabbatsreize. |
Handelingen 8:25 | Zij dan nu, als zij het Woord des Heeren betuigd en gesproken hadden, keerden wederom naar Jeruzalem, en verkondigden het Evangelie [in] vele vlekken der Samaritanen. |
Handelingen 8:28 | En hij keerde wederom, en zat op zijn wagen, en las den profeet Jesaja. |
Handelingen 12:25 | Barnabas nu en Saulus keerden wederom van Jeruzalem, als zij den dienst volbracht hadden, medegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus. |
Handelingen 13:13 | En Paulus, en die met hem waren, van Pafos afgevaren zijnde, kwamen te Perge, [een stad] in Pamfylie. Maar Johannes, van hen scheidende, keerde weder naar Jeruzalem. |
Handelingen 13:34 | En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, alzo dat Hij niet meer zal tot verderving keren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal ulieden de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn; |
Handelingen 14:21 | En als zij derzelve stad het Evangelie verkondigd en vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij weder naar Lystre, en Ikonium, en Antiochie; |
Handelingen 20:3 | En als hij [aldaar] drie maanden overgebracht had, en hem van de Joden lagen gelegd werden, als hij naar Syrie zoude varen, zo werd hij van zin weder te keren door Macedonie. |
Handelingen 21:6 | En als wij elkander gegroet hadden, gingen wij in het schip; maar zijlieden keerden wederom, [elk] naar het zijne. |
Handelingen 22:17 | En het gebeurde mij, als ik te Jeruzalem wedergekeerd was, en in den tempel bad, dat ik in een vertrekking van zinnen was; |
Handelingen 23:32 | En des anderen daags, latende de ruiters met hem trekken, keerden zij wederom naar de legerplaats. |
Handelingen 26:18 | Om hun ogen te openen, en [hen] te bekeren van de duisternis tot het licht, en [van] de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij. |
Galaten 1:17 | En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen waren; maar ik ging henen naar Arabie, en keerde wederom naar Damaskus. |
Hebreeen 7:1 | Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester des Allerhoogsten Gods, die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende; |