G5590 ψυχή
adem, levensadem. ziel, psyche, Psychologie

Bijbelteksten

Romeinen 16:4Die voor mijn leven hun hals gesteld hebben; denwelken niet alleen ik danke, maar ook al de Gemeenten der heidenen.
1 Corinthiers 15:45Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest.
2 Corinthiers 1:23Doch ik aanroepe God tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe niet ben gekomen.
2 Corinthiers 12:15En ik zal zeer gaarne de kosten doen, en voor uw zielen ten koste gegeven worden; hoewel ik, u overvloediger beminnende, weiniger bemind worde.
Efeziers 6:6Niet naar ogendienst, als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte;
Filippenzen 1:27Alleenlijk wandelt waardiglijk het Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in een geest, met een gemoed gezamenlijk strijdende door het geloof des Evangelies;
Filippenzen 2:30Want om het werk van Christus was hij tot nabij den dood gekomen, [zijn] leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou.
Colossenzen 3:23En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen,
1 Thessalonicensen 2:8Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, hebben u gaarne willen mededelen niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart.
1 Thessalonicensen 5:23En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.
Hebreeen 4:12Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.
Hebreeen 6:19Welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel;
Hebreeen 10:38Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo [iemand] zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
Hebreeen 10:39Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.
Hebreeen 12:3Want aanmerkt Dezen, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen.
Hebreeen 13:17Zijt uw voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
Jakobus 1:21Daarom, afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in [u] geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken.
Jakobus 5:20Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken.
1 Petrus 1:9Verkrijgende het einde uws geloofs, [namelijk] de zaligheid der zielen.
1 Petrus 1:22Hebbende [dan] uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel